LianOprins.reismee.nl

Weer (bijna) naar huis.....

En dan is het ineens alweer de dag voor je vertrek terug naar huis. De maand in Afrika waar ik zolang naar uit heb gekeken is al weer voorbij. Tijd om even stil te staan bij de afgelopen maand. Er is zoveel gebeurd, zoveel mooie momenten, maar ook veel momenten die je diep raken. Ik heb mijn dagboekje naast me liggen, maar om van dag tot dag een beschrijving te geven gaat te ver. Daarom een top 5 van dingen die ik ga missen en dingen die ik niet ga missen van Malawi:

Top 5 van de dingen die ik ga missen van Malawi:

  1. De kinderen van Chitipi. Het was elke dag weer een feest om met de kinderen te spelen. Het knutselen, de balspelletjes en de liedjes zingen. Alles wat je bedacht vonden ze leuk. Ook vonden ze het leuk om mij dingen te leren. en dat was meestal lachen, want liedjes zingen in het chichewa’s (?) gaat me nooit lukken. Het is mooi om te zien, dat ze een aantal dingen die je gevraagd hebt om te doen ook inderdaad doen. Zo werden commando’s vriendelijke verzoeken…..‘Push me’ werd ‘push me, please’ en ‘Auntie, come’ werd ‘Auntie, come please. Ook zag ik ze na het plassen (wildplassen op elke plek waar je staat is heel normaal, ook voor jonge meisjes) hun handen wassen bij het buitenkraantje. Benieuwd hoe lang ze het vol gaan houden…. Vaak heb ik me al afgevraagd hoe de toekomst er voor ze uit zal gaan zien. Ze krijgen in ieder geval de kans om naar school te gaan, krijgen voldoende medische verzorging indien nodig en ze hebben voldoende te eten. Eén ding is zeker: Ik zal ze gaan missen……

  2. Vindingrijkheid van de vriendelijke mensen. De mensen hier kunnen met heel weinig heel veel doen. Ze leven vaak in armoedige omstandigheden. De huisjes zijn klein, hebben geen stroom, het water halen ze uit de gemeenschappelijke waterpomp. Toch maken ze het op hun manier ‘gezellig’. Van oude rommel (die je trouwens overal langs de kant van de weg ziet) maken ze hele handige dingen voor in huis, zoals schalen, borden en bestek, potten en pannen. De kinderen maken zelf hun speelgoed, zoals voetballen, haktollen en auto’s. Steeds zie je weer ‘handige’ oplossingen voor wat dan ook voorbij komen. De mensen in Malawi zijn erg vriendelijk. Ze groeten je uitbundig. Dat gaat ongeveer zo: Hello, how are you? I’m fine and you? I’m fine, thank you… In het begin blijf je, uit beleefdheid, staan om het riedeltje af te maken, maar na een tijdje gaat het zo snel dat je niet eens meer hoeft in te houden. Iedereen heeft of neemt de tijd om een praatje te maken. Met de mensen die je elke morgen passeert onderweg naar het werk, maak je even een kort praatje. Mensen stoppen om te vragen waar je heen gaat en geven je een lift. Soms voor niks en soms tegen het tarief van de minibus. Ook buiten de stad, in de kleine dorpjes, vinden mensen het fijn om je te ontmoeten. Het maken van een foto en zichzelf dan zien, vinden ze geweldig, vooral kinderen……

  3. De gezellige, verbazingwekkende bedrijvigheid om je heen. Het is elke keer weer een belevenis als je je op straat begeeft. Overal gebeurt wel iets onverwachts…... Laat ik dat proberen duidelijk te maken door onze bezoekjes aan de markt. De markt ligt op een groot stuk hobbelig terrein waar door de hevige regenbuien grote geulen zijn ontstaan. Je moet dus steeds goed opletten waar je loopt. De kraampjes zijn gemaakt van een paar palen en dichtgetimmerd met wat latten of plastic met daarop golfplaten of wat daar voor door moet gaan. De meeste doorgangen zijn vrij smal. Er zijn verschillende afdelingen: groente en fruit, vlees (met veel vliegen), vis in alle soorten en maten, huishoudelijke spullen, schoenen, wat eetkraampjes en de afdeling doehetzelf en techniek: verfpotten, electra, ijzerwaren, sloten, kettingen enz. Het ligt er allemaal netjes gesorteerd bij, maar het lijkt alsof het meeste er al jaren ligt! De markt bestaat uit twee delen en om van het een naar het andere deel te komen moet je een (bijna droge) rivierbedding oversteken. Er zijn een aantal loopbruggetjes (ongeveer 50 meter lang) gemaakt van houten palen die met wat balkjes verbonden zijn waar (zeer) ongelijkmatig wat planken aan vast zijn gemaakt. Ze zijn allemaal privé bezit, dus je betaalt bij iedere brug 20 kwacha (25 cent) om over te steken. Aan de overkant heb je dan weer een afdeling knippen en kappen, hier worden de meest fraaie soorten materialen in allerlei vormen in de haren gevlochten of genaaid. Dit wordt zo stevig gedaan, dat de ijszak erbij ligt om af en toe de hoofdhuid te deppen met ijswater. Dan kom je in het kledinggedeelte. Hier bevindt zich ook het naai-atelier. Dit ziet eruit als een varkensstal, maar dan zonder zijmuren. Er staan een 30-tal (trap)naaimachines en hier worden kledingstukken (uit o.a. de zakken van Max, denk) ge- en vermaakt of je kunt hier je eigen lappen stof met patroon afgeven, er is een kniphoek en een strijkhoek. Hierachter liggen heel veel kramen met kleding, mannen, vrouwen en kinderen netjes gesorteerd op een hoop. De markt heeft aan deze kant van de rivier ongeveer een lengte van 200 meter. De laatste keer dat we er waren stonden er in het midden van het gangpad in een rechte rij achter elkaar opgesteld zo’n 150 jongens (een jaar of 17/18) met ieder twee of drie kledingstukken in de hand. Met veel enthousiasme probeerden ze hun koopwaar te slijten: ‘Madam, look nice jeans’ of ‘Madam, see nice shirt’. Het was een hilarisch gezicht.

  4. Het leven als vrijwilliger. Het leven hier als vrijwilliger is niet te vergelijken met het leven waar je mee in aanraking komt op de projecten. Ons huis staat in een betere buurt. Als alles werkt hebben we stroom en warm/koud water. Elke werkdag komt Loekia (onze huishoudelijke hulp) en maakt alles schoon. Johan (onze tuinman en bewaker) zorgt dat de tuin er netjes bij ligt en bewaakt ons als we slapen. Bij Janneke (onze contactpersoon) kunnen we terecht met al onze vragen en via haar kennen we Rashid (onze taxichauffeur) en William (onze tuctuc-driver) die we kunnen bellen voor speciale ritjes ’s avonds en overdag. Op straat val je door je lichte huidskleur natuurlijk altijd op en blijf je die ‘mzungu’ (blanke). Vooral kinderen willen je even aanraken, hoe dat voelt zo’n lichte huid. De meeste mensen willen een praatje maken en willen graag weten waar je vandaan komt en waarom je hier bent. Het samenwonen met de andere vrijwilligers voelt gelijk vertrouwd. Er wordt bij toerbeurt gekookt en afgewassen. Je kunt elke avond je belevenissen van de dag doorspreken, zowel de leuke als de minder leuke dingen. We zijn ons eigen ‘gezinnetje’………

  5. De minibus. Met de minibus heb je een soort van ‘haat-liefde-verhouding’. Je blijft je elke keer weer verbazen. Op het eind van de maand worden de politiecontroles aangescherpt. Er wordt dan extra gelet op het aantal personen wat ze vervoeren. Je ziet dan een honderd meter voor de controleposten wat fietstaxi’s staan. Het teveel aan personen in de bus stapt hieruit en worden per fietstaxi vervoerd tot een honderd meter voorbij de controlepost waar de minibus ze dan weer staat op te wachten. Het passen en meten om zoveel mogelijk mensenen spullen in de bus te krijgen blijft iedere keer weer een prachtig gezicht……

Top 5 van de dingen die ik niet ga missen van Malawi:

  1. De tralies voor de ramen en de ommuurde tuin met de bewaker bij de poort. In de wat betere woonwijken staat om elk huis een muur. Sommige hebben daarop nog een aantal draden met prikkeldraad gespannen. Voor elk raam zitten tralies en voor elke deur een ijzeren hekwerk dat ’s avonds met een groot hangslot op slot gaat. De tuinman verandert ’s avonds van functie, hij wordt dan de bewaker. In zijn hokje naast de poort van ongeveer 1,5 m2 staat een oude plastic tuinstoel. Hij kookt hier zijn avondmaaltijd en slaapt er (meestal korte dutjes overdag). Twee honden houden samen met hem de wacht. Overdag kun je nagenoeg overal veilig over straat. Op de markt houd je rekening met zakkenrollers, maar verder word je nergens lastiggevallen. ’s Avonds is het verstandig om niet alleen over straat te gaan. Je hebt dan grote kans om overvallen te worden. Als we weggaan bellen we Rashid, onze vaste taxichauffeur die ons recht voor de poort oppikt en weer afzet. Even een rondje lopen ’s avonds of spontaan ergens naar toe gaan is hier dus echt uit den boze, zeker voor een vrouw alleen.

  2. Het ‘deeten’ elke avond als het donker wordt. Het is heerlijk als je na het werk lekker kunt douchen en jezelf weer lekker kunt opfrissen. Maar dan rond 18.00 uur wordt het donker en worden de muggen en kakkerlakken actief. Het is dan tijd om je zelf te gaan insmeren met de sterk geurende (lees: stinkende) antimuggenmelk ‘Deet’. We zitten dan met z’n allen heerlijk ruikend aan tafel. Na de afwas gaat er iemand rond met de spuitbus Doom, een middel tegen de kakkerlakken. Er hangt dan een tijdje een vreselijke chemische lucht in huis. Ook de klamboe zal ik zeker niet gaan missen. Het is elke avond weer een gevecht om dat ding goed in te stoppen, zodat er geen mug of kakkerlak in kan. Even gauw uit bed stappen is er niet bij…..

  3. De minibus. Ook al is de NS niet altijd op tijd, je hoeft in ieder geval niet te wachten tot de hele trein vol zit voor hij vertrekt. Zo kan het soms wel een half uur duren voordat de bus vertrekt, ook al stap je in een bijna volle bus. Vaak zitten er ‘lokmensen’ in die weer uitstappen als er nog een paar mensen bij kunnen. Ook de plastic flessen gevuld met benzine (voor als je zonder komt te staan) zijn volgens mij niet helemaal zonder gevaar. De diepe bermen waar de bus half inrijdt om mensen in en uit te laten stappen, zodat je gevaarlijk schuin komt te hangen en met z’n allen flink moet ‘tegenhangen’ zal misschien ooit ook nog eens verkeerd gaan. Maar het ergste blijft toch wel de vaak vreselijke (zweet, vis, benzine en poepluier) stank in de bus……..

  4. Afspraken maken of plannen maken. De Malawianen leven van dag tot dag, soms van uur tot uur. Haast hebben kennen ze niet. Een half uur te laat komen is heel normaal. Drie of vier keer moeten vragen om iets komt regelmatig voor. Ze maken zich nergens druk om…… Aan lange-termijn-denken doen ze niet, investeren in betere materialen (voor zover mogelijk) is niet nodig. Vandaag telt….. Sommige projecten trainen jongelui om een eigen bedrijfje op te zetten, zoals een naai-atelier, timmermansbedrijfje of klusbedrijfje. Ze proberen dan vooral te stimuleren om geld op zij te zetten, zodat ze in de toekomst o.a. nieuwe machines kunnen kopen of voor als de zaken wat minder gaan.

  5. De stroomuitval. In de voorraadkast mogen kaarsen en lucifers niet ontbreken. Het gebeurt regelmatig dat de stroom een paar uur uitvalt. Natuurlijk meestal ’s avonds als we willen gaan koken of douchen. We koken elektrisch, dus als we het eten net op hebben staan blijven de platen net lang genoeg warm om het eten gaar te krijgen. Anders wordt het een boterham met kaas…. Overal in huis zetten we kaarsen neer, ook in de badkamer. Het douchen lukt aardig, het is alleen wel een koude douche, want warm water is er dan ook niet. Het is vervelend als je geen stroom hebt: geen licht, soms geen warm eten en geen koffie of thee. Maar het kan erger….een keer hebben we een halve dag en avond zonder water gezeten. Dan pas merk je hoe vaak je de kraan gebruikt……dan maar liever een tijdje geen stroom!

Het was een onvergetelijke ervaring. Ik heb iedere dag intens beleefd, maar morgen vertrek ik weer terug naar huis en dat voelt toch ook weer heel goed. Er is nog zoveel meer te vertellen, dus wie weet……tot gauw!

Wat ze zeggen over Afrika is waar: Je kunt vertrekken uit Afrika, maar Afrika vertrekt niet uit jou! Ik ga zeker nog eens terug……

Chitipi weeshuis en andere projecten.....

Na het ritje in de minibus kom ik ’s morgens dan tussen acht en half negen aan bij het weeshuis, Chitipi. Het ligt buiten het centrum van de stad aan de doorgaande weg naar Zambia. De minibus stopt voor de ingang. Achter een groene strook ligt het weeshuis verscholen. Een paar grasveldjes worden al flink in bezit genomen door de wasvrouwen die daar iedere dag de was van de kinderen te drogen hangen en leggen. Het is een fleurig gezicht. Als je het huis binnenloopt kom je in een grote, wat donkere ruimte waar een aantal bankstellen staan en een grote lange tafel. Links en rechts hiervan zijn de slaapkamers en douches/w.c.’s van de kinderen, jongens rechts en meisjes links. Op elke kamer slapen ongeveer 5 kinderen en een ‘huismoeder’. De keuken ligt achter, naast de huiskamer. Een klein hok waar een groot fornuis in staat en onder de gootsteen een paar kastjes. Vanuit de huiskamer en keuken kom je op een binnenplaats waar de kinderen tussen de middag hun nsima eten. Hier wordt ook gekookt op een kampvuurtje als de stroom is uitgevallen. Vanuit de binnenplaats kun je door de poort naar achteren lopen waar het schoolgebouwtje staat. Dit zijn 2 gebouwen achter elkaar met ieder 3 klaslokaaltjes. Alleen in het voorste gebouw zijn nog 2 klassen in gebruik als kleuterschool (voor ongeveer 25 kinderen uit de omgeving). De school is voor de overige klassen gesloten en in gebruik genomen als kippenhok. Daar achter is nog een schuur waar wat varkens worden gehouden en op het stuk land daarachter worden voornamelijk boontjes en mais verbouwd. Er is ook een betonnen vijverbak waar vis wordt gekweekt. Als ik ’s morgens aankom zijn de kinderen van het weeshuis al vertrokken naar hun school in de stad. Ik begin in het kleuterschooltje bij de oudste kleuters. De kinderen krijgen alleen Engelse les, rekenen, vormen en kleuren herkennen. Het enige wat de teacher aan lesmateriaal heeft is een oud schoolbord en wat schriftjes waar de blaadjes half uithangen. De kinderen zitten op kleine plastic stoeltjes. In het begin waren er nog geen tafeltjes. De lessen beginnen met bidden, het alfabet opdreunen, tellen tot twintig en een paar kleuren herkennen. Tussendoor worden wat liedjes gezongen waarbij ‘the lord’ en Jezus worden geprezen en liedjes waarbij wat lichaamsdelen worden benoemd: head , shoulders, knee and toe, knee and toe….., daarna nog wat telopdrachtjes. Door hard te roepen en soms een ‘botte houding’ houdt de teacher orde en gezag. Rond 10.00 uur wordt het meegebrachte eten opgegeten (het ziet eruit als een nibbittringetje, maar het proeft naar een smakeloos maismeelringetje) en dan kunnen de kinderen buiten gaan spelen totdat ze rond 11.00 uur door de fietstaxi’s worden opgehaald. Door wat materialen mee te nemen, ga ik tussen de standaard lessen van de ‘teacher door, met de kinderen aan de slag met kleuren, knippen, vouwen en plakken of simpele speloefeningetjes met een mini-handbal tijdens het buitenspelen. De teacher treed op als tolk…… Als de kleuters zijn vertrokken is het wachten, totdat de kinderen van het weeshuis terugkomen uit school. Ik heb dan soms alle tijd om op mijn gemak in de schaduw van een boom mijn meegebrachte boterhammetjes te eten. Heerlijk even genieten van elk zuchtje warme wind en van de rust om je heen ……op een dag klonk daar dan ineens op de achtergrond ‘Jingle Bells’ door de radio! Deze tijd heb ik ook besteed voor het maken van een muurschildering op een van de slaapkamers. Ook zijn er in de afgelopen tijd 8 tafeltjes gemaakt voor de kleuterklasjes. Op de Afrikaanse manier….ze zijn net iets te laag en er lopen balkjes van poot naar poot, zodat de stoeltjes niet onder de tafels passen! Tussen 13.00 en 14.00 uur komen de kinderen van het weeshuis thuis. Het eerste wat ze doen is schooluniform uit en speelkleren aan. In de keuken laten ze een bord vol scheppen met een flinke bol nsima en wat groente en vlees of visjes. Op de binnenplaats zitten, hangen, liggen ze met elkaar te eten. Na het eten wordt het huiswerk uit de tas gehaald. Het is niet veel: een paar optelsommetjes en/of een letter van het alfabet naschrijven of uit een boekje wat Engelse klanken oefenen. Sommige kinderen vragen om het samen te doen, anderen doen het zelf en laten het controleren. Daarna is het tijd om lekker te spelen. Kleuren is een van de favorieten, maar ook de strandbal was een succes, totdat hij door een scherpe punt kapot ging. De zelfgemaakte bal van plastic zakken en touw werkt nog maar het beste……Deze week gaan we nog een keer knutselen door met w.c.-rolletjes, vouwblaadjes en repen papier een mannetje/vrouwtje te maken. Eens kijken of het lukt om ‘muizentrapjes’ te maken…… Ook leren ze mij wat van hun spelletjes. met wat steentjes en een cirkel in het zand. Rond 16.00 uur word ik met een ’Bye auntie Lian’ vrolijk uitgezwaaid. De afgelopen weken heb ik ook de kans gekregen om met de andere vrijwilligers een dag mee te gaan naar het project waar zij elke dag heengaan. Door de verhalen die bij het avondeten worden verteld heb je wel een idee, maar het is fijn om het echt te beleven (al is het maar een dag). Dit was o.a. op een basisschool in een sloppenwijk, een (wees)tehuis voor baby’s en peuters (15 kinderen) wat door een Malawiaanse vrouw wordt geleid en een opvanghuis voor baby’s, peuters en kleuters (75 kinderen) wat door 5 nonnen word geleid. Beide tehuizen hebben natuurlijk huismoeders die de verzorging van de baby’s doen. Ze gaan er heel wat ruwer mee om dan wij gewend zijn (niks hoofdje ondersteunen, gewoon bij de bovenarm omhoog tillen en omgooien!) en, ondanks de hitte, twee lagen kleding en een dekentje om. Een flesje water gaat er dan ook razendsnel in…….. Tijdens de meeloopdag bij de nonnen (zij zijn van de orde van Moeder Theresa) had ik het geluk dat we mee mochten op ‘outreach’. Na de rondleiding door het tehuis vertrokken we met de jeep, volgeladen met een paar zakken mais, een grote pan gekookte rijst, een iets kleinere pan met stukken gegrilde kip, een pan aardappelsoep, flesjes limonade en een paar zakken lolly’s, naar een schooltje ongeveer 20 kilometer buiten de stad. Bij aankomst hadden we het gevoel alsof we een dag in de ‘cakewalk’ hadden doorgebracht. We hadden moeite om de inhoud van de pannen (vooral de soep) in de pannen te houden en al die tijd zaten de nonnen voorin te bidden. Het schooltje lag verscholen tussen de mais. Er was één klaslokaaltje waar 67 kinderen op banken en op de grond zaten. Er werd voor ons gebeden en gezongen en na het verhaal van de teacher over Jezus werden de meegebrachte borden gevuld en uitgedeeld aan de kinderen en de teachers (en hun kinderen). Inmiddels hadden zich rondom de school nog veel meer kinderen verzameld. Ze werden door een oudere vrouw, zwaaiend met een stok, op afstand gehouden. Zij kregen uiteindelijk de overschot uit de pannen. Gelukkig hadden de nonnen wel meer dan genoeg lolly’s meegenomen om uit te delen. Tenslotte zongen de kinderen nog een paar liedjes en na het afscheidsgebed vertrokken ze al zwaaiend naar huis. De jeep werd weer ingeladen en we maakten ons klaar voor weer een ‘bumpy ride’. Onderweg stopten we in een dorpje om een meisje op te halen die we eerder hadden afgezet, zodat ze haar familie kon bezoeken. Het dorpje bestond uit een aantal bouwvallige huisjes. Binnen de kortste keren waren we omsingeld door de kinderen uit de buurt. De kleren die ze droegen zouden wij niet eens meer als poetsdoek gebruiken…… Er kwam een jongen voorbij met een vrachtwagen die hij gemaakt had van ijzerdraad en lege plastic kokertjes. Fantastisch gemaakt…. Uiteindelijk kwamen we 2 uur later dan gepland terug bij het klooster…, Maar hé, dit is Afrika! Het is hartverwarmend om te zien hoeveel mensen zich inzetten om de kinderen een zo goed mogelijk thuis te geven of te helpen met het opbouwen van een toekomst. Na het bezoeken van de verschillende projecten is me duidelijk geworden dat Samalanischool de meeste behoefte heeft aan donaties. Niet alleen het gebouw heeft een flinke opknapbeurt nodig, een aanvulling op de dagelijkse voeding is ook hard nodig. In overleg met Anneke van Doingoood Foundation hebben we de opbrengst van de Winterfair naar dit project overgebracht. Als ik terug ben in Nederland zal ik hier verder contact over op nemen.

het openbaar vervoer

Deze keer zal ik proberen te verwoorden hoe het openbaar vervoer in Lilongwe eruitziet. Voor het woon-werkverkeer maken wij hiervan gebruik….Tot nu toe is geen enkele dag hetzelfde geweest, dus wie weet wat me nog te gebeuren staat

In het huis wonen we op dit moment met zijn vijven. Elke morgen vertrekt iedereen, rond 7.00 uur naar zijn project. We hebben allemaal een reistijd van ongeveer een uur. Soms wat korter, soms wat langer. Zodra je de poort uitgaat, stap je meteen in de bedrijvigheid: *Mensen die lopend naar hun werk gaan of met hun koopwaar op weg zijn naar de markt (er staan bijna op elke hoek van de straat een paar ‘kraampjes’=een paar palen met wat riet er op). *Kinderen in hun uniform op weg naar school. *Jongens die zwoegend de heuvel op fietsen met hun fietstaxi’s. Wij gebruiken hem alleen op zondag als het niet zo druk is op de weg. Deze worden ook gebruikt voor vervoer van spullen, zoals stookhoutjes, van ongeveer een halve meter, opgestapeld in een houten constructie die over de fietser heen helt om het gewicht te verdelen of grote zakken (die wij gebruiken om puin af te voeren) gevuld met o.a. houtskool, mais of pelpinda’s opgestapeld tot soms 3 of 4 hoog (één zak is nauwelijks al te tillen). Ook een grote mand van kippengaas met een stuk of tien kippen erin en zelfs een dood varken heb ik voorbij zien komen…… *Degene die het kunnen betalen rijden zelf een auto. Met sommige kun je meerijden tegen het tarief van de minibus, een soort van carpoolen. *Vrachtwagentjes met achter in de bak de arbeiders die naar hun werk worden gebracht. *De tuctuc, een overkapte brommer waar je met z’n tweeën achterin kunt zitten. Als we even geen zin hebben in de drukte van de minibus na het boodschappen doen gaan we voor deze luxe. *En dan natuurlijk de……… MINIBUS…!

Het krioelt in de stad van de kleine busjes. Het is, naast lopen, het meest gebruikte vervoermiddel. De ene bus is nog krakkemikkeriger dan de andere…. De bekleding van de banken is half opengescheurd of soms is er helemaal geen bekleding of rugleuning meer. De stoelen staan los. De ramen hangen er half uit en worden met tape enigszins op zijn plaats gehouden. Tijdens het rijden rammelt het aan alle kanten…. Het is een wonder dat sommige nog rijden! (heb pas één keer meegemaakt dat we moesten overstappen in een andere bus, omdat ‘de onze’ na een harde knal niet meer vooruit te krijgen was!)

De indeling van de bus is als volgt: naast de bestuurder zijn 2 zitplaatsen daar achter zijn 3 tweepersoonsbanken met een opklapbaar stoeltje en daar achter nog een 3 persoonsbank. Er is dus ruimte voor 14 personen en de chauffeur. Klinkt best nog wel comfortabel…..

Als ik ’s morgens van huis ga loop ik ongeveer een kwartiertje naar de eerste opstapplaats voor de minibus. De fietstaxi is, vooral op doordeweekse dagen, toch een beetje met gevaar voor eigen leven! Ze mogen namelijk officieel niet op de weg en worden dan ook geregeld de berm ingereden. Mijn eerste ritje met de minibus zou ongeveer 5 minuten kunnen duren. Bij de overstap loop ik dan een minuut of 5 naar de volgende opstapplaats en deze volgende rit duurt dan normaal ongeveer 10 minuten. Zo makkelijk kan het zijn, maar……

Elk minibusje heeft een ‘driver’ en een ‘conductor’, deze praat/trekt je de minibus in en int het geld. Het eerste ritje kost 200 kwacha ( € 0,25) en het tweede ritje 400 kwacha. Vanaf een opstapplaats kies je voor het volste busje, want hij vertrekt pas als hij vol is. Alleen vol is dan meestal niet 14 personen, maar minimaal 17 of 18…. Dus soms kan de wachttijd best oplopen…. Voor de meeste mensen is dit het enige vervoer waarbij ze grote spullen kunnen vervoeren, dus zakken mais, pinda’s, wasmanden, grote dozen (van alles komt voorbij), worden op de grond en op schoot meegenomen. Een tuinstoel? Geen probleem ….de achterruitwisser wordt opengeklapt en met een touw wordt de stoel eraan bevestigt! Er zijn geen haltes onderweg. Ga langs de kant staan en de bus stopt voor je. Ook kun je overal uitstappen. Onderweg wordt dus geregeld gestopt om er nog wat mensen bij te ‘proppen’ of uit te laten stappen. Als dat dan iemand is die helemaal achterin zit betekent dat een enorm gewring, geklim en geklauter voor hij/zij eruit is. Tot nu toe staat het record op 22 personen, waarvan 2 kinderen. De conductor hangt dan over de stoelen heen om zich er ook ergens bij te wringen, want de deur moet wel dicht. Dan moet er onderweg vaak ook nog getankt worden, want die paar liter die ze tanken zijn zo weer op…… Op vaste plaatsen staan grote olievaten op de weg met ‘POLICE’ er op geschilderd. Daar staan een stuk of 8 agenten om te controleren hoeveel personen er in de bus zitten. Ze hebben er gelukkig niet altijd zin in om iedereen aan te houden. Als dat wel gebeurt, zetten ze je aan de kant, laten je in de hitte als een sardientje in een blik even wachten, lopen dan een rondje rond de bus en de driver stopt ze zo onopvallend mogelijk wat geld toe!

Elk ritje is weer een verrassing. Laatst wilde ik instappen en moest daarbij over een paar grote zakken met mais stappen. Net toen ik wilde gaan zitten gleed mijn schoen van de zak naar de bodem. Een luid gekakel en gefladder …sprong er ineens een kip op schoot. Mijn buurvrouw had het beest gelukkig snel beet en rustig… Soms hangt er in de hele bus een hele walm van vislucht als iemand voor het avondeten op de markt verse vis heeft gekocht. Soms wordt deze ook wel aan de buitenspiegels gehangen, zodat de vis kan drogen. Zweetlucht is zo’n beetje de standaard lucht. Het is vaak kiezen welke kant je uitkijkt om zo de minst erge geur op te snuiven. Dit alles dan bij een temperatuur van ongeveer 30 graden. Je komt dus allesbehalve heerlijk fris en fruitig op de plaats van bestemming aan. Hoe heerlijk is het dan om ’s avonds als je thuis komt lekker onder de douche te stappen……..

verslag van mijn bezoek aan Samalanischool

Zoals ik al eerder verteld heb schenkt Basisschool de Drie Musketiers uit Hulten dit jaar de opbrengst van de paasactie aan Samalanischool in Lilongwe. Ook de fooienpot van de wereldwinkel in Rijen zal aan het eind van 2016 worden gedoneerd aan dit project van Doingoood.

Op dinsdagmorgen heb ik met Janneke, de coördinator van Doingoood in Malawi een bezoek gebracht aan Samalanischool. Rashid, onze vaste taxichauffeur, kwam ons rond half negen ophalen.Lilongwe lijkt meer op een groot dorp. Het is onderverdeeld in districten en tussen de districten ligt een grote, groene strook. Na een klein uurtje door de stad kwamen we in een drukke, armoedige wijk. Veel drukte op straat waar iedereen zijn koopwaar probeerde te slijten. Door de smalle straatjes rijdend passeerden we kleine hutjes waar moedersmet kinderen wat zaten te praten…… en uiteindelijk bij Samalanischool.

Om de school staat een hoge rode muur. Door het kleine poortje kom je op een speelplaatsje met recht voor je het kantoor van de directeur. Links staat een gebouw waar 3 klaslokalen zijn gemaakt. De lokaaltjes zijn ongeveer 4 x 6 meter. Op de muur zijn hier en daar wat tekeningen aangebracht en voor in de klas staat een vervallen schoolbord. In de betonnen vloer zitten grote gaten en de ramen hebben geen glas. In het eerste klasje zijn de jongste kleuters (3 en 4 jaar) ondergebracht, klasje 2 de kleuters van 4 en 5 jaar en in het derde klasje de oudste kleuters. Voorbij het schoolgebouwtje staat een stenen hok waar de w.c.’s zijn. De meisjes w.c. is een gat in de vloer waar ze boven kunnen hangen en voor de jongens is er een hoekje wat afloopt in een gat waar ze kunnen plassen. De meeste kinderen plassen echter achter het hokje tussen het onkruid in.

We werden verwelkomd door Blessings, de vervanger van de directeur en degene die het beste engels spreekt. In het kantoortje van de directeur moest ik eerst het ‘visitorsbook’ invullen. Alleen dit was kwijt…! Dus werd een nieuw ‘book’ gemaakt door de directeur die inmiddels was gearriveerd. Hij had wat moeite met de indeling van de kolommen , maar na een minuut of 10 kon ik dan eindelijk mijn gegevens invullen: naam, land van herkomst, email, status en handtekening. De directeur verontschuldigde zich daarna…. en Blessings vertelde in het kort over het ontstaan van de school:

In 2005 was er door enorme droogte een grote hongersnood in Malawi. De directeur die toen een niet onbemiddelde boer was heeft voor de wijk toen Samalanischool opgericht, waar de kinderen in ieder geval een maaltijd (porridge=havermoutpap)) per dag kregen. Inmiddels wordt de porridge verstrekt door de community. Voor de rest (zout en suiker) is geen geld.

Na het verhaal van Blassings kwam de directeur weer terug…..was hij voorheen gekleed in een joggingbroek en t-shirt, nu was hij gekleed voor de gelegenheid….netjes in pak met stropdas. Hij wilde voor de zekerheid zeker weten dat Blessings niets vergeten was en vertelde het verhaal opnieuw. De directeur bleek nogal lang van stof en vertelde daarbij ook zijn hele werkverleden.

Na een halfuurtje zijn we één voor één de klassen rondgegaan. In elke klas zitten ongeveer 50 à 60 kinderen. We werden overal vriendelijk en nieuwsgierig begroet en er werd voor ons gezongen en gebeden. Hoe harder de kinderen hierbij schreeuwden hoe beter het was. De kinderen mochten buiten gaan spelen, zodat we een gezamenlijke foto konden maken voor het schooltje. Ik werd daarbij nadrukkelijk verzocht naast de directeur te gaan staan. De kleding die door de kinderen van De Drie Musketiers in de reiskoffer was verzameld heb ik overhandigd aan Blessings. Hij zal samen met de vrouw van de directeur de kleertjes gaan verdelen. Ze waren er heel erg blij mee, want de meeste kinderen hebben niet veel kleren. Voor de kinderen had ik een ballon meegenomen en nog wat speelgoed voor de school, zoals 2 voetballen, 2 springtouwen en 2 elastieken. Deze waren gesponsord door de vrienden van onze Joep. Tijd om affscheid te nemen. We werden tot aan de poort uitgezwaaid, waarna ik in de taxi met een heel dubbel gevoel vertrok. Zowel een mooi gevoel over zoveel vrolijkheid en vriendelijkheid van de kinderen en leerkrachten (zijn malawiaanse vrijwilligers) als wel het treurige gevoel over zoveel armoe.

Met het geld wat door De Drie Musketiers wordt opgehaald met de paasactie zal er voor een hele tijd gezorgd worden voor een voorraad zout en suiker dat Janneke er elke maand zal gaan brengen. De laatste maisoogst in Malawi was door droogte weer mislukt en de nieuwe is nog niet volgroeid. De inkomsten zijn daardoor heel erg laag. De kinderen op Samalanischool hebben zo in ieder geval één maaltijd per dag.

Tijdens mijn verblijf in Malawi zal ik ook nog een aantal andere projecten bezoeken. Hier zal ik later over vertellen en natuurlijk ook over Chitipi, het project waar ik aan het ‘werk’ ben……..

Tionana.....

Na (bijna) 7 nachtjes slapen…..

De eerste indrukken van Afrika zijn nog aan het bezinken en ondertussen is er al weer een week voorbij…. Het gaat te ver om tot in detail te schrijven over het leven hier. Dat zou nu al een heel boekwerk kunnen worden.

Het eerste wat mijn huisgenootjes me hebben geleerd is ‘rustig aan’ en sta nergens versteld van. Daar had ik al iets van begrepen toen ik op het vliegveld aan kwam en mijn visum ging aanvragen. Na het invullen van het formulier sloot ik aan in de rij bij loket 1. Hier leverde ik het formulier en mijn paspoort in en de loketbeambte controleerde of het formulier goed was ingevuld en zette er een stempel op. Nu kon ik met mijn formulier achter aansluiten in de rij voor loket 2, waar ik $ 75 dollar betaalde en nog een stempel op mijn formulier kreeg. Deze beambte gaf mijn paspoort door aan de beambte naast hem (loket 3), wat dus wilde zeggen dat ik achteraan in de rij van loket 3 moest aansluiten om mijn paspoort, voorzien van een stempel, te kunnen terugkrijgen. De ruimte voor de wachtrij werd steeds benauwder, want er was maar ruimte voor een enkele rij…… Daarna nog langs de douane waar mijn vingerafdrukken werden gemaakt en een foto. En dan ben ik eindelijk in Malawi……..

Onderweg naar het project of naar huis, wat ik de komende 4 weken thuis zal noemen, gaan typisch Afrikaanse taferelen aan ons voor bij. Aan de kant van de weg kraampjes waar van alles en nog wat verkocht wordt, zoals tomaten, bananen, houtsnijwerken, autobanden en airtelkaartjes voor je mobiele telefoon. Mensen die langs de weg lopend hun koopwaar aanbieden aan de voorbijrijdende auto’s, denk dan aan o.a. bezems, wasmanden, bananen en mango’s, maar ook kippen (dood of levend), vissen of bevroren ijswater met een smaakje. Zelfs een op het midden van de weg zittende invalide bedelende man. Op bepaalde plekken in de stad tref je de bedelaars aan. Afgelopen weekend heeft de pastoor van de kerk waar een van de vrijwilligers naar toe gaat er voor gewaarschuwd dat je geen geld meer aan bedelaars moet geven. Als de politie het je ziet doen word je opgepakt. Er staat blijkbaar een gevangenisstraf op.

Ik heb mijn tempo inmiddels al aardig aangepast. Het is niet zo heel moeilijk om het rustig aan te doen. Het is overdag zo’n 28 graden en dan pas je vanzelf je tempo wel aan. Door het regenseizoen kan er af en toe nog een stevige regenbui vallen en dan is het ook een fikse bui. De mensen zijn blij met de regen, want de mais groeit er goed van. Mais is hier het meest verbouwde product. De Malawianen eten 2 x per dag nsima. Dit is een dikke, melige, smaakloze maispap. De nsima eten ze met gekookte pompoenbladeren (met veel te veel zout) en tofu (ook met heel veel zout). Je eet het met je handen door van de maispap een bolletje te draaien en wat groente en tofu er bij te pakken. Ook op straat zie je mensen samen ‘picknicken’. Tijdens een lunch in het weeshuis heb ik het geprobeerd, maar heb besloten voortaan toch maar mijn boterhammetjes mee te nemen.

Afgelopen weekend een heerlijk weekend gehad aan Lake Malawi. Het beslaat ongeveer een derde deel van Malawi. Ook daar volop bedrijvigheid aan het strand. Vissersboten liggen aan de kant en op het strand liggen de netten te drogen. Onder een afdak zitten een aantal mannen de netten te repareren. Op de achtergrond liggen op grote stellages de vissen te drogen. Kinderen spelen heerlijk in het water en willen graag voor je poseren. Ze vinden het helemaal te gek als ze daarna zichzelf terug kunnen zien op de foto. Moeders doen terwijl de was en leggen die te drogen op het strand. Ook jongelui komen hun was doen. Als ze daarmee klaar zijn zepen ze zichzelf in en spoelen zich in het meer lekker af. Verkopers lopen langs en proberen ook daar van alles te verkopen. In de lodge kampeerde ook een Nederlands echtpaar, die voor 3 maanden met hun zelf ontworpen campertje rondtoeren. Zij wonen in Hilvarenbeek, dus hoe leuk is het dan om bij het weggaan in plaats van ‘tionana’ te zeggen ‘HOUDOE’………..

nog 7 nachtjes

Nog 7 nachtjes slapen en dan is het zover.....ik vertrek voor een maand naar Lilongwe, de hoofdstad van Malawi om daarbij Chitipi, eenproject van 'Doingoood', vrijwilligerswerk te gaan doen. Voor degene die het nog niet helemaal hebben meegekregen: Het is een opvanghuis voor ongeveer 30 kinderen in de leeftijd van 0 t/m 16 jaar die geen ouders meer hebben of uit een moeilijke thuissituatie komen. Het tehuis wordt geleid door een afrikaans echtpaar, de 'vader en moeder'. De kleutertjes krijgen onderwijs bij het tehuis en de oudere kinderen gaan extern naar school.In Afrika wordt alleen voor de middag les gegeven. 's Middags zijn alle kinderen weer thuis en dan is er tijd voor huiswerk maken en daarna sport- en spelactiviteiten. Ik zal in de ochtenden de kleuterjuf gaan ondersteunen en in de middag activiteiten organiseren vooralle kinderen.

Vanaf het moment dat ik besloten had om dit avontuur aan te gaan zijn er alveel mooie momenten voorbijgekomen, waardoor de reis nu al onvergetelijk is.....en nu moet ik nog vertrekken.

In december heeft de Winterfair, die we met een aantal vrienden hebben georganiseerd, naast een prachtige dag het geweldige bedrag van € 2.000 opgebracht. Met dit geld zal er een schaduwklim- en speeltoestel worden gebouwd bij het tehuis. Hopelijk gaat dit lukken in de tijd dat ik er ben, zodat ik een aantal mooie foto's kan maken en delen met de mensen die hier aan hebben bijgedragen.

In januari heb ik een dagje meegelopen bij basisschool De Drie Musketiers in Hulten. Elk jaar organiseert de school rond de vastentijd een actie voor het goede doel. Dit jaar zal de opbrengst ten goede komen aan Salamanischool in Lilongwe. Dit is een school waar ongeveer 200 kleuters verdeeld over 3 klaslokalen onderwijs krijgen. Elke dag voor ze naar huis gaan krijgen ze een warme (pap) maaltijd. Voor velen is dit dan vaakde enige maaltijd. Ieder kind van de Drie Musketiers mag een kledingstuk doneren. Deze zal ik meenemen en tijdens mijn bezoek aan Salamanischool daar verdelen onder de kinderen.

Ook zal er aan het eind van het jaar nog een donatie volgen aan Salamanischool. Hoeveel die gaat bedragen is nog onbekend. De Wereldwinkel in Rijen heeft namelijk aangegeven de fooienpot over 2016 te doneren aan dit project. Dus als jullie leuke wereldse cadeautjes gaan kopen bij de Wereldwinkel stop je wisselgeld in de fooienpot.......

Afgelopen weekend genoten van een supergezellige ik-vertrek-borrel. Mijn koffer kan ik voor de helft vullen met drop, pindakaas, hagelslag, tijdschriften en puzzelboekjes..... Komende dagen tochnog maar proberen om erwat meer practische dingen en kleren bij te proppen.

Iedereen alvast bedankt voor zijn bijdrage in wat voor vorm dan ook tot nu toe....Ik ga met heel veel plezier en gezonde spanning deze uitdaging aan...en zal proberen om geregeld verslag te doen van mijn belevenissen.

Welkom op mijn Reislog!

Hallo en welkom op mijn reislog!

Dé plaats om op de hoogte te blijven van alle avonturen en ervaringen tijdens deze reis. Vanaf nu zul je hier dan ook regelmatig nieuwe verhalen en foto's vinden, en via de kaart weet je altijd precies waar ik me bevind en waar ik ben geweest! Meer informatie over mijzelf en de reis die ik ga maken vind je in het profiel.

Wil je automatisch een mailtje ontvangen wanneer er een nieuw verhaal of een nieuwe fotoserie op deze site staat? Meld je dan aan voor mijn mailinglijst door je e-mail adres achter te laten in de rechter kolom.

Ik zie je graag terug op mijn reislog en laat gerust af en toe eens een berichtje achter!

Leuk dat je met me meereist!

Groetjes,

Lian

Deze reis is mede mogelijk gemaakt door:

Doingoood